Criteria voor de tussenkomst van het Fonds bij de preventieve verwijdering van zwangere werkneemsters uit het schadelijk arbeidsmilieu.
April 2001 - Herziening oktober 2006
IINLEIDING
De tussenkomst van het Fonds voor de beroepsziekten in geval van preventieve verwijdering van zwangere werkneemsters uit het schadelijk arbeidsmilieu is voorzien bij artikel 37 van de op 3 juni 1970 gecoördineerde wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten.
Een zwangere werkneemster die door de arbeidsgeneesheer uit haar functie wordt verwijderd (postenmutatie of werkonderbreking) kan van een tussenkomst van het F.B.Z. genieten als ze bepaalde voorwaarden vervult; één ervan is blootgesteld zijn aan een beroepsrisico opgenomen in de Belgische lijst van de erkende beroepsziekten (koninklijk besluit van 28 maart 1969 houdende vaststelling van de lijst van de beroepsziekten).
Van de andere kant is de reglementering betreffende de moederschapsbescherming opgenomen in de arbeidswet van 16 maart 1971. Deze wet werd gewijzigd door de wet van 3 april 1995 (B.S. 10 mei 1995). Het koninklijk besluit van 2 mei 1995 (B.S. 18 mei 1995) werd genomen in uitvoering van deze wet.
De nieuwe benaderingswijze is gesteund op volgende drie belangrijke pijlers:
1. een absoluut verbod tot tewerkstelling van zwangeren in bepaalde arbeidsposten, productieafdelingen en/of blootstelling aan specifieke welomschreven risico’s (bijlage II van het KB van 2 mei 1995).
De verantwoordelijkheid wordt hier bij de werkgever gelegd.
2. de uitvoering van risico-evaluaties van arbeidsposten waarin zwangere werkneemsters werkzaam zijn of kunnen zijn. De arbeidsposten, productieafdelingen en risico’s waarvoor een dergelijke risico-evaluatie dient te gebeuren, zijn vermeld in een niet-limitatieve lijst (bijlage 1 van het KB van 2 mei 1995).
De risico-evaluatie behoort tot de verantwoordelijkheid van de werkgever in samenwerking met de bedrijfsarts, de preventie-adviseur en het comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging.
3. de aanwezigheid van bijzondere individuele omstandigheden bij de zwangere werkneemster. De verantwoordelijkheid ligt in dit geval bij de bedrijfsarts.
Het doel van het F.B.Z. is zijn eigen wetgeving beter te laten aansluiten bij de reglementering over de moederschapsbescherming maar steeds binnen de perken van het wettelijke kader van de verzekering tegen de beroepsziekten.
Een belangrijk voorbereidingswerk werd door een groep deskundigen geleverd; daarna heeft de Technische Raad de criteria aangepast die door het Beheerscomité goedgekeurd werden. Met dit document wensen wij de criteria te laten kennen waarop het Fonds zijn beslissingen steunt inzake verwijdering van zwangere werkneemsters.
1. ALGEMENE VOORWAARDEN
De aanvraag tot tussenkomst van het Fonds ingeval van verwijdering uit het beroepsrisico wegens zwangerschap moet aan volgende algemene voorwaarden voldoen:
1. de zwangere werkneemster voor wie de tussenkomst van het Fonds wordt gevraagd, valt onder de toepassing van de gecoördineerde wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten (privé-sector) of onder het koninklijk besluit van 21 januari 1993, genomen in uitvoering van de wet van 3 juli 1967 (sector van de provinciale en
plaatselijke overheidsdiensten);
2. een effectieve verwijdering die ingaat na de derde maand zwangerschap komt niet meer in aanmerking voor tussenkomst dor het Fonds, behalve bij een blootstelling aan lawaai waarvan de intensiteit gelijk of groter is dan 80 decibel;
3. voor de privé-sector gelden de formulieren 521 en 523 (model vastgelegd bij koninklijk besluit). Voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten worden de formulieren 621 en 623 gebruikt.
Slechts wanneer deze formulieren volledig zijn ingevuld, kan de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de aanvraag worden onderzocht.
Het medisch getuigschrift (het formulier 523 of 623) dat bij de aanvraag wordt toegevoegd, kan door een geneesheer naar keuze worden ingevuld. De bedrijfsarts is hiervoor echter het best geplaatst, vermits hij zowel de werkneemster als de arbeidspost en de daaraan verbonden risico’s kent. Bovendien stelt hij samen met de werkgever en de preventieadviseur de risico-evaluatie op en bepaalt de maatregelen die moeten worden getroffen.
2. SPECIFIEKE VOORWAARDEN
Indien de aanvraag voldoet aan alle wettelijke voorwaarden vangt het onderzoek naar de gegrondheid ervan aan. Het Fonds spreekt zich niet uit over de toepassing van de wetgeving betreffende de moederschapsbescherming. Het oordeelt enkel over de tijdelijke preventieve verwijdering van de zwangere, overeenkomstig de criteria terzake bepaald door de Technische Raad en bekrachtigd door het Beheerscomité. Het behoudt zich daarenboven het recht voor elk onderzoek in te stellen naar de gezondheidstoestand van de betrokken werkneemster, naar de blootstelling aan het ingeroepen beroepsrisico en naar de mogelijkheden van een verandering van arbeidspost.
Belangrijke opmerkingen
De verwijdering is slechts mogelijk voor een beroepsrisico dat voorkomt op de Belgische lijst van de erkende beroepsziekten. Een verwijdering binnen het kader van het open systeem is niet mogelijk. Het Fonds komt bijgevolg niet tussen in een aantal gevallen.
Voorbeelden hiervan zijn: het tillen en dragen van lasten, omstandigheden van extreme hitte of koude, schokken, agressie,…
De voordelen van de tijdelijke verwijdering kunnen niet verleend worden voor de periode van borstvoeding.
3. DE VERMELDING VAN HET RISICO
Maatregelen ter bescherming van een zwangere werkneemster worden steeds genomen omwille van een bepaald risico. De arbeidsgeneesheer zal dit risico dan ook vermelden op het aanvraagformulier. Indien verscheidene risico’s aanwezig zijn die de verwijdering kunnen rechtvaardigen, moeten ze alle vermeld worden.
Deze risico’s kunnen voorkomen:
- op de lijst van de verboden agentia en arbeidssituaties voor zwangere werkneemsters (bijlage II bij het koninklijk besluit van 2 mei 1995);
Wanneer de verwijdering berust op een specifiek risico dat voorkomt op de verbodslijst moet dit risico ondubbelzinnig worden opgegeven.
De aanwezigheid van en de blootstelling aan het vermelde risico dienen bepaald te worden.
- op de niet-limitatieve lijst waarvoor vooraf een risico-evaluatie moet uitgevoerd worden (bijlage I bij het koninklijk besluit van 2 mei 1995).
De arbeidswet voorziet dat een verwijdering kan worden uitgevoerd na onderzoek van de arbeidspost en na risico-evaluatie t.o.v. de zwangere werkneemster. De in overweging te nemen risico’s staan vermeld in een niet-limitatieve lijst.
Een uitbreiding van deze lijst houdt geen automatische tussenkomst van het Fonds in. De wijziging van de criteria behoort tot de bevoegdheid van de Technische Raad en van het Beheerscomité.
De uitvoering van de risico-evaluatie is wettelijk vastgelegd bij art. 41 van de arbeidswet van 16 maart 1971 zoals gewijzigd bij wet van 3 april 1995.
De werkgever staat in voor de risico-analyse. Deze wordt uitgevoerd in onderlinge samenwerking tussen werkgever, bedrijfsarts en preventieadviseur. Zij moet duidelijk de aard, de mate en de duur van de blootstelling omschrijven teneinde het risico te beoordelen met betrekking tot de veiligheid van de werkneemster, de gezondheid van de werkneemster, de mogelijke weerslag op de zwangerschap van de werkneemster en de gezondheid van het kind.
Teneinde de realisatie van deze voorwaarden te verzekeren, dient bepaald te worden welke maatregelen moeten genomen worden, waarbij vooreerst moet getracht worden de werkneemster in haar functie te behouden en dus haar werkomstandigheden aan te passen. Wanneer om technische redenen een aanpassing niet mogelijk blijkt, zal getracht
worden betrokkene naar een andere geschikte en aanvaardbare arbeidspost te verplaatsen. Indien zowel een aanpassing van de arbeidspost als een verandering van arbeidspost niet mogelijk is, zal de betrokken werkneemster het werk tijdelijk dienen stop te zetten.
Deze beslissing berust bij de arbeidsgeneesheer-preventieadviseur die daarbij steunt op de bepalingen van de wetgeving betreffende de moerderschapsbescherming. De criteria van het Fonds hebben niet tot doel in de plaats te treden van de wettelijke opgelegde risico-evaluatie.
Het Fonds voor de beroepsziekten zal bij de beoordeling van een aanvraag, de resultaten van de risico-evaluatie opvragen.
4. TOEPASSING IN DE PRAKTIJK
4.1 De chemische agentia
Alle gegevens waarop de verwijdering steunt, worden bij voorkeur bij de aanvraag gevoegd. Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld de samenstelling van producten, meet- of analyseresultaten, de risico-evaluatie, …
Het Fonds aanvaardt de verwijdering op grond van de gegevens die bij de aanvraag gevoegd worden, voor zover op een evidente wijze de blootstelling aan het ingeroepen risico kan aanvaard worden. In de andere gevallen zal steeds een grondig risico-onderzoek volgen.
4.2 De biologische agentia
4.2.1 Wormziekten (1.401)
4.2.2 Tropische beroepsziekten (1.402)
4.2.3 Infectieziekten of door parasieten veroorzaakte ziekten op de mens overgezet door contact met dieren of dierlijke overblijfselen (1.403.01)
Het beroepskarakter van de blootstelling aan het risico kan pas erkend worden indien de Werkneemsters:
- een direct en niet-occasioneel contact hebben met dieren tijdens het bewaken, kweken;
- activiteiten uitvoeren in stallingen, dierentuinen, slachthuizen, laboratoria voor proefdieren;
- in direct contact komen met kadavers, dierlijk afval, slachthuisafval vooraleer dit materiaal ontsmet of gesteriliseerd is.
Voor de werkneemster die immuun is voor een bepaald risico, wordt het risico als niet aanwezig beschouwd.
4.2.4 Tetanus (1.403.02)
Ingevolge het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van werknemers tegen de blootstelling aan biologische agentia, is een inenting verplicht. De niet-limitatieve lijst van ondernemingen en functies waar deze verplichting geldt, wordt in bijlage VI aan dit koninklijk besluit toegevoegd. Voor de werkneemster tewerkgesteld
in dergelijke onderneming of arbeidspost, wordt het bestaan van een immuniteit vermoed tot het bewijs van het tegengestelde.
4.2.5 Hepatitis A (1.403.03)
De werkneemsters, andere dan deze behorend tot het medisch, paramedisch, laboratorium en zorgenverstrekkend personeel, die omwille van hun taak in rechtstreeks en niet-occasioneel contact komen met afvalwaters die met faecaliën besmet zijn, komen eveneens in aanmerking voor de verwijdering ingevolge zwangerschap.
Voor werkneemsters met een natuurlijke seroconversie of die na vaccinatie immuniteit hebben verworven, kan het bestaan van het risico niet aanvaard worden.
4.2.6 Tuberculose (1.404.01)
Werkneemsters in de diensten voor opsporing van tuberculose, in de ziekenhuisafdelingen pneumologie, intensieve en dringende zorgen, en in de opvang- en onthaaltehuizen voor asielzoekers worden onbetwistbaar aan een verhoogd risico
blootgesteld.
4.2.7 Virale hepatitis (1.404.02) en andere infectieziekten (1.404.03)
Code 1.404.02 bevat:
hepatitis A
hepatitis B
hepatitis C
Code 1.404.03 bevat de ziekten veroorzaakt door:
Epstein Barrvirus
Cytomegalovirus
Herpes simplex virus type 2
Varicella Herpeszostervirus
Rubivirus of rubella
HIV
Parvovirus B19
alsook de:
Bof
Mazelen
Voor bepaalde categorieën van zwangere werkneemsters (Tabel I) aanvaardt het Fonds een vermoeden van permanent verhoogd risico. Een immunologisch controle wordt niet geëist.
Voor andere categorieën van werkneemsters kan het vermoeden van blootstelling aan een verhoogd risico vermeld onder één van deze twee codes niet zonder meer worden aanvaard. Een immunologisch controle wordt altijd geëist voor de categorieën van personen in tabel II. De verwijdering wordt niet aanvaard wanneer de zwangere werkneemster immuun is voor het relevante risico verbonden met de uitgevoerde functie.
De personeelscategorieën die niet voorkomen in tabel I of II, komen niet in aanmerking tenzij de zwangere werkneemster een bijzonder individuele vatbaarheid vertoont die een verhoogd risico meebrengt voor de zwangerschap bij blootstelling aan een beroepsrisico uit de beroepsziektelijst en indien zij aan dit beroepsrisico is blootgesteld. Indien de bijzondere individuele vatbaarheid en de blootstelling aan het beroepsrisico worden aangetoond door de arbeidsgeneesheer, kan het Fonds tot een verwijdering uit het bedoelde beroepsrisico beslissen.
Criteria voor de verwijdering van zwangere werkneemsters uit het beroepsrisico van infectieziekten voor de rubrieken 1.404.02 en 1.404.03.
De verwijdering wordt niet aanvaard indien een verandering van arbeidspost mogelijk is.
Tabel I - Personeelscategorieën waarvoor een vermoeden van verhoogd risico geldt
1. Ziekenhuisdiensten met inbegrip van de psychiatrische ziekenhuizen en psychiatrische instellingen- algemeen
Alle ziekenhuisdiensten waar zieken verpleegd worden en waar technische verrichtingen plaatsvinden, met inbegrip van de laboratoria
Functies:
arts
verpleegster
verpleegassistente
laborante
kinesiste
logopediste
ergotherapeute
sanitair helpster
logistiek assistente met verzorgingstaken
2. Bijzondere categorieën
Medische urgentiediensten en ermee gelijkgesteldediensten
Functies:
arts
verpleegster
ambulancier
Diensten voor pediatrie
Functie
begeleidster bij spel of ontspanning (animatrice)
Psychiatrische ziekenhuizen en psychiatrische instellingen
Functies:
sociaal assistente
psychologe
Revalidatiecentra
Functies:
verplegend personeel dat regelmatig en frequent medische of hygiënische verzorging verstrekt (o.a. toilet)
Bloedtransfusiediensten
Functies:
arts
verpleegster
Medische kabinetten
Functies:
arts
verpleegster
laborante
Tandartskabinetten
Functies:
arts
tandarts
verpleegster
tandartsassistente
Thuisverpleging
Functies:
verpleegster
verpleegassistente
Opvoedings- en opvangtehuizen voor fysiek en mentaal gehandicapten
Functies:
opvoedster
kinesiste
logopediste
ergotherapeute
schoonmaakpersoneel (enkel in instellingen voor zwaar mentaal gehandicapten)
Laboratoria voor klinische biologie
Functies:
arts
bioloog
laborante
schoonmaakpersoneel
Centra voor drugsverslaafden
Functie
verpleegster
opvoedster
psychologe
sociaal assistente
Wasserijen waar ziekenhuislinnen wordt gewassen
Functie
personeel belast met sorteren en wassen van vuil linnen
Mortuaria, funeraria, begrafenisondernemingen
Functie
personeel dat lijken verzorgt
3. Opvangdiensten voor kinderen jonger dan 6 jaar
Kinderdagverblijven
Functie
verpleegster
kinderverzorgster
schoonmaakpersoneel
Thuisopvang
Functie
kinderverzorgster
onthaalmoeder
gezinshelpster
Kleuteronderwijs en naschoolse opvang van kleuters
Functie
kleuterleidster
kinderverzorgster
schoonmaakpersoneel
personen die instaan voor de opvang van kleuters
Andere instellingen die overwegend kinderen jonger dan 6 jaar opvangen
Functie
verpleegster
opvoedster
schoonmaakpersoneel
Tabel II - Personeelscategorieën waarvoor een specifieke immunologische controle vereist is
Rust- en verzorgingstehuizen (RVT), met inbegrip van de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT)
Functie
verpleegster
sanitair helpster
logopediste
ergotherapeute
kinesiste
hepatitis B
varicella-zoster-virus
Thuiszorg voor bejaarde mensen
Functie
familiale helpster in het bezit van het geschikte diploma (= verzorgende)
hepatitis B
varicella-zostervirus
4.3 De fysische agentia
4.3.1 Ioniserende stralen (1.601)
Elke mogelijke blootstelling aan een risico van ioniserende stralen, zal steeds een grond vormen voor het aanvaarden van de verwijdering.
Het valt te noteren dat zwangere werkneemsters die deel uit maken van de vliegtuigbemanning eveneens in overweging worden genomen.
4.3.2 Mechanische trillingen (1.605.0x) en lawaai (1.603)
Elke aanvraag zal het voorwerp uitmaken van een grondige arbeidspostanalyse.
Het bestaan van blootstelling aan hoge intensiteiten wordt vereist.
4.3.3 Compressie en decompressie (1.604)
Alleen de werkneemsters die blootgesteld zijn aan grote drukverschillen zullen in aanmerking komen voor de tijdelijke preventieve verwijdering door het Fonds.
5. VERGOEDING
5.1 De privé-sector
De periode die het Fonds voor de beroepsziekten ten laste neemt, begint de dag van de verwijdering en eindigt zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum (acht weken in geval van meerlingen). Vanaf dat ogenblik kan de zwangere gebruik maken van de wettelijk voorziene bevallingsrust. Op de vergoedingen uitgekeerd ingevolge deze tijdelijke verwijdering worden sociale zekerheidsbijdragen (op 1 januari 2006 voor werknemers 13,07%) en bedrijfsvoorheffing (11,11% op 1 januari 2006) afgehouden.
Het Fonds betekent de beslissing van tijdelijke volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid ingevolge verwijdering uit het risico pas na afloop van die periode.
De voorschotten die de ziekenfondsen eventueel reeds uitkeren, worden hen eerst terugbetaald. Het saldo wordt dan betaald aan de betrokken werkneemster.
De volgende mogelijkheden kunnen zich voordoen:
1. de verwijdering door werkstopzetting: de zwangere werkneemster wordt verwijderd uit het beroepsrisico en zij moet haar arbeid volledig stopzetten.
Het Fonds betaalt een dagelijkse vergoeding gelijk aan 90% van het gemiddeld dagloon berekend op een begrensd jaarlijks basisloon (op 01 januari 2006: 33.403,08 EUR).
2. de verwijdering door postenmutatie: de zwangere werkneemster wordt verwijderd uit het beroepsrisico maar ze kan in haar aangepaste arbeidspost tewerkgesteld blijven of ze krijgt aangepast werk in hetzelfde bedrijf. De postenmutatie kan voltijds of deeltijds zijn.
Als er tengevolge van deze maatregel loonverlies is, wordt dit door het Fonds terugbetaald aan de betrokken werkneemster of aan de werkgever.
Een periode van betaald verlof of ziekte die onmiddellijk aansluit op een periode vanverwijdering (voor, tijdens of na), wordt niet vergoed door het Fonds. De zwangere werkneemster is gedurende deze periode wel “de facto” verwijderd.
5.2 De provinciale en plaatselijke overheidsdiensten
De wijze van vergoeding verloopt voor de personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (PPO) anders dan voor de werkneemsters in de privé-sector.
In de PPO-sector wordt de vergoeding zowel van het statutaire als van het contractuele personeelslid geregeld door het eigen specifiek geldelijk statuut van kracht in de betreffende overheidsdienst. Het Fonds treedt op als verzekeraar van diezelfde overheid. Het betaalt op forfaitaire wijze het geheel of een gedeelte van het uitgekeerde loon/wedde terug.
BIJLAGE: overzicht van de chemische agentia die een verwijdering kunnen rechtvaardigen.
Voor de agentia met * is de blootstelling aan het risico verboden voor de zwangere werkneemsters
Voor al de andere agentia moet een risico-evaluatie plaatsvinden. (Koninklijk Besluit van 2 mei 1995 inzake moederschapsbescherming, Belgisch Staatsblad van 12 oktober 1995, bijlage II).
Wat betreft de tabel III.b) GEDEFINIEERDE CHEMISCHE STOFFEN:
Het opstellen van de tabel IIIb steunt op :
• het koninklijk Besluit van 2 mei 1995 inzake moederschapsbescherming, (Belgisch Staatsblad van 12 oktober 1995) en al de wijzigingen van desbetreffend KB.
• het koninklijk besluit van 11 januari 1993, inzake de indeling en het kenmerken van gevaarlijke preparaten en met de wijzigingen van desbetreffend KB.
• het koninklijk besluit van 24 mei 1982 (Belgisch staatsblad 2 juli 1982) houdende reglementering van het in handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu en al de wijzigingen van desbetreffend KB.
• het koninklijk besluit betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk van 2 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 29 december 1993) met de wijzigingen van desbetreffend KB.
• Gezien de voortdurende aanpassingen in de classificatie van chemische agentia, alsook het toekennen van kankerverwekkende of mutagene eigenschappen, dient tabel IIIb als niet beperkend te worden beschouwd.
Bij vragen of twijfel is het aangewezen contact op te nemen met de dienst Preventie en Risicobepaling van het Fonds.
Er dient opgemerkt te worden dat voor de tussenkomst van het Fonds voor de Beroepsziekten, enkel chemische agentia in beschouwing genomen worden die onder een code van beroepsziekten geplaatst kunnen worden (Koninklijk Besluit van 2 augustus 2002, Belgisch Staatsblad 7 november 2002).
• In de eerste kolom van de tabel wordt een risicoaanwijzing gegeven, volgens de R-zinnen die bij gevaarlijke stoffen passen. (Koninklijk besluit van 17 juli 2002, Belgisch Staatsblad van 29 augustus 2002, bijlage IX):
R 40 : carcinogene effecten zijn niet uitgesloten
R 45 : kan kanker veroorzaken
R 46 : kan erfelijke genetische schade veroorzaken
R 49 : kan kanker veroorzaken bij inademing
R 61 : kan het ongeboren kind schaden
R 63 : mogelijk gevaar voor beschadiging van het ongeboren kind
R 68 : onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten
• De tweede kolom van de tabel vermeldt het codenummer van de lijst van de beroepsziekten waaronder de stof, benoemd in de derde kolom, mag ingedeeld worden.
• Waar mogelijk wordt voor gevaarlijke stoffen, in de derde kolom van de tabel, de EINECS¹- of ELINCS²- naam gebruikt. Voor andere stoffen die niet in de EINECS of de ELINCS zijn vermeld, wordt een internationaal erkende chemische naam gebruikt (b.v. de ISO³ of de IUPAC4-naam). Soms wordt daarnaast tevens een triviale naam vermeld. De EINECS- of ELINCS-nummers van de gevaarlijke stoffen uit kolom 3, worden in de zesde kolom van de tabel vermeld.
• De vierde kolom van de tabel geeft de CAS-nummers (Chemical Abstracts Registry Numbers) van de gevaarlijke stoffen uit kolom 3.
• De vijfde kolom van de tabel geeft de catalogusnummers van de stoffen uit kolom 3. Voor de catalogusnummer van elke stof wordt een reeks cijfers gebruikt in de volgorde ABC-RST-VWY.
(Koninklijk besluit van 17 juli 2002, Belgisch Staatsblad van 29 augustus 2002, bijlage III).
• De zevende kolom van de tabel beschrijft de gevaarscategorieën: kankerverwekkend (Kank.), mutageen (Muta.), giftig voor de voortplanting (Repr.), door middel van een categorienummer (Cat. 1, Cat. 2 of Cat. 3). (Koninklijk besluit van 17 juli 2002, Belgisch Staatsblad van 29 augustus 2002, bijlage III).
1 EINECS: European inventory of existing commercial substances
2 ELINCS: European list of notified chemical substances
3 ISO: International Standardization Organisation
4 IUPAC: International Union of Pure and Applied Chemistry
I. CHEMISCHE AGENTIA
III. a) GROEPEN VAN CHEMISCHE VERBINDINGEN
CODE BZ Naam van de groep Opmerkingen
Antimitotica* In zoverre zij onder een code BZ kunnen geplaatst worden
Pesticiden In zoverre zij onder een code BZ kunnen geplaatst worden
1.122 Halogeenderivaten van aromatische koolwaterstoffen
1.124.01 Aromatische aminoverbindingen
1.125.01 Nitroderivaten van aromatische koolwaterstoffen
Complexe steenkool- en aardoliederivaten (gas, petroleum, nafta, kerosine, stookolie, …)
Het mengsel wordt niet beschouwd als kankerverwekkend als kan worden aangetoond dat dit minder dan 0.1 % (g/g) benzeen bevat.
Complexe gasvormige en vloeibare aardoliederivaten
Het mengsel wordt niet beschouwd als kankerverwekkend als kan worden aangetoond dat dit minder dan 0.1 % (g/g) buta-1.3-dieen bevat.
Complexe steenkool- en aardoliederivaten (destillaten, pek, teer, teerolie,…)
Het mengsel wordt niet beschouwd als kankerverwekkend als kan worden aangetoond dat dit minder dan 0.005% (g/g) bezo[a]pyreen bevat.
III. b) GEDEFINEERDE CHEMISCHE STOFFEN
Risicozinnen Code Beroepsziekte Naam verbinding CAS-nummer Catalogus-Nummer EINECS- of ELINCS-nummer Indeling
R40 1.104 cadmiumsulfide 1306-23-6 048-010-00-4 215-147-8 Kank. Cat. 3
R40 1.109 nikkel 7440-02-0 028-002-00-7 231-111-4 Kank. Cat. 3
R40 1.109 nikkeldihydroxyde 12054-48-7 028-008-00-x 235-008-5 Kank. Cat. 3
R40 1.109 nikkelsulfaat 7786-81-4 028-009-00-5 232-104-9 Kank. Cat. 3
R40 1.109 nikkelcarbonaat 3333-67-03 028-010-00-0 222-068-2 Kank. Cat. 3
R40 1.117 methylchloride of chloormethaan * 74-87-3 602-001-00-7 200-817-4 Kank. Cat. 3
R40 1.117 methyleenchoride of dichloormethaan * 75-09-2 602-004-00-3 200-838-9 Kank. Cat. 3
R40 1.117 methyliodide of iodomethaan 74-88-4 602-005-00-9 200-819-5 Kank. Cat. 3
R40 1.117 trichloormethaan of chloroform * 67-66-3 602-006-00-4 200-663-8 Kank. Cat. 3
R40 1.117 koolstoftetrachloride of tetrachloormethaan * 56-23-5 602-008-00-5 200-262-8 Kank. Cat. 3
R40 1.117 chloorethaan of ethylchloride * 75-00-3 602-009-00-0 200-830-5 Kank. Cat. 3
R40 1.117 pentachloorethaan 76-01-7 602-017-00-4 200-925-1 Kank. Cat. 3
R40 1.117 tetrachloorethyleen of perchloorethyleen 127-18-4 602-028-00-4 204-825-9 Kank. Cat. 3
R40 1.117 isomeren van 1,2,3,4,5,6-hexachloorcyclohexaan, uitgez. gamma-1,2,3,4,5,6-hexachloorcylohexaan 602-042-00-0 Kank. Cat. 3
R40 1.117 broomethaan 74-96-4 602-055-00-1 200-825-8 Kank. Cat. 3
R40 1.117 dichlooracetyleen 7572-29-4 602-069-00-8 Kank. Cat. 3
R40 1.117 2,3,4-trichloorbut-1-een 2431-50-7 602-076-00-6 219-397-9 Kank. Cat. 3
R40 1.117 chlooralkaan en C10-C13 85535-84-8 602-080-00-8 287-476-5 Kank. Cat. 3
R40 1.122 α, α-dichloortolueen of benzalchloride 98-87-3 602-058-00-8 202-709-2 Kank. Cat. 3
R40 1.122 1-broom-3,4,5-trifluorobenzeen 138526-69-9 602-092-00-3 418-480-9 Kank. Cat. 3
R40 1.119.021 formaldehyde 50-00-0 605-001-00-5 200-001-8 Kank. Cat. 3
R40 1.103.06 2-methyl-m-fenyleendiisocyanaat, 4-methyl-m-fenyleendiisocynaat, m-tolyideendiisocyanaat 91-08-7, 584-84-9, 26471-62-5 615-006-00-4 202-039-0 Kank. Cat. 3
R40 1.115.07 2-(2,4-dichloorfenyl)-3-1-H-(1,2,4-triazool-1-yl)propyl-1,1,2,2-tetrafluorethylether 112281-77-3 613-174-00-3 407-760-7 Kank. Cat. 3
R40 1.118.02 2,2-dibromo-2-nitro-ethanol 69094-18-4 609-056-00-6 412-380-9 Kank. Cat. 3
R40 1.118.05 1,4-dioxaan 123-91-1 603-024-00-5 204-661-8 Kank. Cat. 3
R40 1.118.05 1,2-epoxybutaan of epoxybutadieen 106-88-7 603-102-00-9 203-438-2 Kank. Cat. 3
R40 1.118.06 heptachloorepoxyde 1024-57-3 602-063-00-5 213-831-0 Kank. Cat. 3
R40 1.118.07 3,5,5,-trimethylcyclohex-2-on ; isoforon 78-59-1 606-012-00-8 201-126-0 Kank. Cat. 3
R40 1.118.11 tris(2-chloorethyl)-fosfaat 115-96-8 015-102-00-0 204-118-5 Kank. Cat. 3
R40 1.119.02 acetaldehyde 75-07-0 605-003-00-6 200-836-8 Kank. Cat. 3
R40 1.119.02 2-furaldehyde 98-01-1 605-010-00-4 202-627-7 Kank. Cat. 3
R40 1.119.02 chlooracetaldehyde 107-20-0 605-025-00-6 203-472-8 Kank. Cat. 3
R40 1.119.03 diaminozide 1596-84-5 607-171-00-6 216-485-9 Kank. Cat. 3
R40 1.119.03 1-vinyl-2-pyrrolidon 88-12-0 613-168-00-0 201-800-4 Kank. Cat. 3
R40 1.119.03 acetamide 60-35-5 616-022-00-4 200-473-5 Kank. Cat. 3
R40 1.119.03 propyzamide; kerb; 3,5-dichloor-N- (1,1-dimethyl-2-propynyl)benzamide 23950-58-5 616-055-00-4 245-951-4 Kank. Cat. 3
R40 1.123.02 pentachloorfenol 87-86-5 604-002-00-8 201-778-6 Kank. Cat. 3
R40 1.123.02 natriumpentachloorfenolaat 131-52-2 604-003-00-3 202-025-2 Kank. Cat. 3
R40 1.123.02 kaliumpentachloorfenolaat 778-73-6 604-003-00-3 Kank. Cat. 3
R40 1.123.02 alkalizouten van pentachloorfenol 604-003-00-3 Kank. Cat. 3
R40 1.123.02 2,4,6-trichloorfenol 88-06-2 604-018-00-5 201-795-9 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 aniline 62-53-3 612-008-00-7 200-539-3 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 zouten van aniline 612-009-00-2 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 N,N-dimethylaniline 121-69-7 612-016-00-0 204-493-5 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 1,5-naftyleendiamine 2243-62-1 612-089-00-9 218-817-8 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 N-fenyl-2-naftylamine 135-88-6 612-135-00-8 205-223-9 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 4,4’-methyleenbis(2-ethylaniline) 19900-65-3 612-141-00-0 243-420-1 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 2-aminodifenyl; o-fenylaniline 90-41-5 612-142-00-6 201-990-9 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 p-toluidinechloride 540-23-8 612-160-00-4 208-740-8 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 p-toluidinesulfaat 540-25-0 612-160-00-4 208-741-3 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 2,6-xylidine 87-62-7 612-161-00-x 201-758-7 Kank. Cat. 3
R40 1.124.01 p-toluidine 106-49-0 612-160-00-4 203-403-1 Kank. Cat. 3
R40 1.125.01 nitrobenzeen 98-95-3 609-003-00-7 202-716-0 Kank. Cat. 3
R40-R61 1.109 nikkelcarbonyl 13463-39-3 028-001-00-1 236-669-2 Kank. Cat. 3 – Repr. Cat. 2
R40-R61 1.111 lood en loodverbindingen* 082- … - ... Kank. Cat. 3 – Repr. Cat. 2
R40-R61 1.115.07 mengsel van : 4-[[(bisfluorfenyl) methylsilyl]-4-H-1,2,4-triazool; 1-[[bis-‘4-fluorofenyl) methylsilyl]-methyl]-1H-1,2,4- triazool
014-019-00-7 403-250-2 Kank. Cat. 3 – Repr. Cat. 2
R40-R61 1.118.05 (2RS,3RS)-3-(2-chloorfenyl)-2-(4-fluorfenyl)-[(1H-1,2,4-triazool-1-yl)methyl]oxiraan
106325-08-0 613-175-00-9 406-850-2 Kank. Cat. 3 – Repr. Cat. 2
R40-R63 1.117 dodecachloorpentacyclodecaan 2385-85-5 602-077-00-1 219-196-6 Kank. Cat. 3 –Repr. Cat. 3
R40-R68 1.118.05 1-butoxy-2,3-epoxypropaan 2426-08-06 603-039-00-7 219-376-4 Kank. Cat. 3 –Repr. Cat. 3
R40-R68 1.118.05 1,3-bis(2,3-epoxypropoxy)benzeen of resorcinol diglycidylether
101-90-6 603-065-00-9 202-987-5 Kank. Cat. 3 – Repr. Cat. 3
R40-R68 1.118.05 1-allyloxy-2,3-epoxy-propaan 106-92-3 603-038-00-1 203-442-4 Kank. Cat. 3 – Repr. Cat. 3
R40-R68 1.123.01 1,4-dihydroxybenzeen of hydrochinon 123-31-9 604-005-00-4 204-617-8 Kank. Cat. 3 –Repr. Cat. 3
R40-R68 1.124.01 o-fenyleendiamine 95-54-5 612-145-00-2 202-430-6 Kank. Cat. 3 – Repr. Cat. 3
R40-R68 1.124.01 o-fenyleendiamiendihydrochloride 615-28-1 612-146-00-8 210-418-7 Kank. Cat. 3 – Repr. Cat. 3
R45 1.101 arseen en arseenverbindingen * 033-...-..-. Kank. Cat. 1
R45 1.105 zinkchromaat, met inbegrip van zinkkaliumchromaat 024-007-00-3 Kank. Cat. 1
R45 1.105 calciumchromaat 13765-19-0 024-008-00-9 237-366-8 Kank. Cat. 2
R45 1.105 strontiumchromaat 7789-06-2 024-009-00-4 232-142-6 Kank. Cat. 2
R45 1.105 chroom (III) chromaat 24613-89-6 024-010-00-X 246-356-2 Kank. Cat. 2
R45 1.117 1,2-dibroomethaan of ethyleendibromide 106-93-4 602-010-00-6 203-444-5 Kank. Cat. 2
R45 1.117 1,2-dichloorethaan of ethyleendichloride 107-06-2 602-012-00-7 203-458-1 Kank. Cat. 2
R45 1.117 chloorethyleen, vinylchloride 75-01-4 602-023-00-7 200-831-0 Kank. Cat. 1
R45 1.117 broomethyleen, vinylbromide 593-60-2 602-024-00-2 209-800-6 Kank. Cat. 2
R45 1.117 1,4-dichloorbut-2-een 764-41-0 602-073-00-X 212-121-8 Kank. Cat. 2
R45 1.122 benzylchloride of alfa-chloortolueen 100-44-7 602-037-00-8 202-853-6 Kank. Cat. 2
R45 1.122 α,α,α,-trichloortolueen 98-07-7 602-038-00-9 202-634-5 Kank. Cat. 2
R45 1.122 hexachloorbenzeen 118-74-1 602-065-00-6 204-273-9 Kank. Cat. 2
R45 1.103.05 acrylnitril 107-13-1 608-003-00-4 203-466-5 Kank. Cat. 2
R45 1.115.04 kaliumbromaat 7758-01-2- 035-003-00-6 231-829-8 Kank. Cat. 2
R45 1.115.07 4-amino-3-fluorfenol 399-95-1 604-028-00-X 402-230-0 Kank. Cat. 2
R45 1.118.02 1,3-dichloor-2-propanol 96-23-1 602-064-00-0 202-491-9 Kank. Cat. 2
R45 1.118.05 styreen-7,8-oxide of fenyloxiraan 96-09-3 603-084-00-2 202-476-7 Kank. Cat. 2
R45 1.118.05 2-nitroanisool 91-23-6 609-047-00-7 202-052-1 Kank. Cat. 2
R45 1.118.06 1-chloor-2,3-epoxypropaan of epichloorhydrine 106-89-8 603-026-00-6 203-439-8 Kank. Cat. 2
R45 1.118.06 bis(chloormethyl)ether of dichloordimethylether 542-88-1 603-046-00-5 208-832-8 Kank. Cat. 1
R45 1.118-06 chloormethyl-methylether of chloordimethylether 107-30-2 603-075-00-3 203-480-1 Kank. Cat. 1
R45 1.118.06 (R)-1-chloor-2,3-epoxypropaan 51594-55-9 603-166-00-8 424-280-2 Kank. Cat. 2
R45 1.118.09 1,3-propiolacton of propanolide 57-57-8 606-031-00-1 200-340-1 Kank. Cat. 2
R45 1.118.09 urethaan ; ethylcarbamaat 51-79-6 607-149-00-6 200-123-1 Kank. Cat. 2
R45 1.120.01 2-nitropropaan 79-46-9 609-002-00-1 201-209-1 Kank. Cat. 2
R45 1.120.01 hydrazine-tri-nitromethaan 609-053-00-X 414-850-9 Kank. Cat. 2
R45 1.121.01 benzeen* 71-43-2 601-020-00-8 200-753-7 Kank. Cat. 1
R45 1.121.05 benzo[a]anthraceen 56-55-3 601-033-00-9 200-280-6 Kank. Cat. 2
R45 1.121.05 benzo(e)acefenanthryleen, benzo(b)fluorantheen 205-99-2 601-034-00-4 205-911-9 Kank. Cat. 2
R45 1.121.05 benzo[j]fluorantheen 205-82-3 601-035-00-X 205-910-3 Kank. Cat. 2
R45 1.121.05 benzo[k]fluorantheen 207-08-9 601-036-00-5 205-916-6 Kank. Cat. 2
R45 1.121.05 dibenzo[a,h]anthraceen 53-70-3 601-041-00-2 200-181-8 Kank. Cat. 2
R45 1.121.05 benzo(e) pyreen 192-97-2 601-049-00-6 205-892-7 Kank. Cat. 2
R45 1.124.01 hydrazobenzeen 122-66-7 007-021-00-4 204-563-5 Kank. Cat. 2
R45 1.124.01 2-naftylamine 91-59-8 612-022-00-3 202-080-4 Kank. Cat. 1
R45 1.124.01 3,3’-dimethylbenzidine ; o-toluidine 119-93-7 612-041-00-7 204-358-0 Kank. Cat. 2
R45 1.124.01 benzidine 92-87-5 612-042-00-2 202-199-1 Kank. Cat. 1
R45 1.124.01 zouten van benzidine 531-85-1 531-86-2 21136-70-9 36341-27-2 612-070-00-5 208-519-6 Kank. Cat. 1
R45 1.124.01 zouten van 2-naftylamine 553-00-4 612-52-2 612-071-00-0 209-030-0 Kank. Cat. 1
R45 1.124.01 4-aminobifenyl 92-67-1 612-072-00-6 202-177-1 Kank. Cat. 1
R45 1.124.01 zouten van 4-aminobifenyl 612-073-00-1 Kank. Cat. 1
R45 1.124.01 4,4’-methyleendi-o-toluidine 838-88-0 612-085-00-7 212-658-8 Kank. Cat. 2
R45 1.124.01 o-toluidine 95-53-4 612-091-00-X 202-429-0 Kank. Cat. 2
R45 1.124.01 4-methyl-m-fenyleendiamine; 2,4-diaminotolueen; 2,4-TDA 95-80-7 612-099-00-3 202-453-1 Kank. Cat. 2
R45 1.124.01 tolueen-2,4-diammonium sulfaat 65321-67-7 612-126-00-9 265-697-8 Kank. Cat. 2
R45 1.124.01 diaminotolueen (mengsel van isomeren) 25376-45-8 612-151-00-5 246-910-3 Kank. Cat. 2
R45 1.124.02 3,3’-dichloorbenzidine 91-94-1 612-068-00-4 202-109-0 Kank. Cat. 2
R45 1.124.02 zouten van 3,3-dichloorbenzidine 612-83-9 64969-34-2 74332-73-3 612-069-00-X 210-323-0 Kank. Cat. 2
R45 1.124.02 2,2’dichloor-4,4’-methyleendianiline of 4,4-methyleen-bis(2-chlooraniline) of MOCA 101-14-4 612-078-00-9 202-918-9 Kank. Cat. 2
R45 1.124.02 zouten van 2,2’-dichloor-4,4’-methyleendianiline; zouten van 4,4’-methyleenbis(2-chlooraniline) 612-079-00-4 Kank. Cat. 2
R45 1.124.02 zouten van 4,4’-bi-o-toludine, en zouten van 3,3’-dimethylbenzidine 612-82-8 649-69-36-4 74753-18-7
612-081-00-5 Kank. Cat. 2
R45 1.124.02 4-chlooraniline 106-47-8 612-137-00-9 203-401-0 Kank. Cat. 2
R45 1.124.02 p-chloortoluidine (en zouten van sterke zuren van p-chloortoluidine) 95-69-2 202-441-6 Kank. Cat. 2
R45 1.125.01 3-nitroacenafteen 602-87-9 609-037-00-2 210-025-0 Kank. Cat. 2
R45 1.125.01 2-nitronaftaleen 581-89-5 609-038-00-8 209-474-5 Kank. Cat. 2
R45 1.125.01 4-nitrobifenyl 92-93-3 609-039-00-3 202-204-7 Kank. Cat. 2
R45 1.301.21 asbest : actinoliet 77536-66-4 650-013-00-6 Kank. Cat. 1
R45 1.301.21 asbest : amfibolen 1332-21-4 650-013-00-6 Kank. Cat. 1
R45 1.301.21 asbest : amosiet 12172-73-5 650-013-00-6 Kank. Cat. 1
R45 1.301.21 asbest : anthophylliet 77536-67-5 650-013-00-6 Kank. Cat. 1
R45 1.301.21 asbest : chrysotiel 12001-29-5 650-013-00-6 Kank. Cat. 1
R45 1.301.21 asbest : crocidoliet 12001-28-4 650-013-00-6 Kank. Cat. 1
R45 1.301.21 asbest : tremoliet 77536-68-6 650-013-00-6 Kank. Cat. 1
R45 2.108.01 2-methylaziridine;1,2-propyleenimine 75-55-8 613-033-00-6 200-878-7 Kank. Cat. 2
R45 1.118.02 2,3-dibroompropaan-1-ol 96-13-9 602-088-00-1 202-480-9 Kank. Cat. 2
R45-R46 1.105 kaliumchromaat 7789-00-6 024-006-00-8 232-140-5 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2
R45-R46 1.110 hexamethylfosforzuurtriamide of hexamethylfosforamide
680-31-9 015-106-00-2 211-653-8 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 2
R45-R46 1.110 tri(2,3-dibromopropyl)fosfaat 126-72-2 204-799-9 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2
R45-R46 1.116 butaan (die meer dan 0,1% butadieen bevatten)
106-97-8 601-004-01-8 203-448-7 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 2
R45-R46 1.116 isobutaan (die meer dan 0,1% butadieen bevatten) 75-28-5 601-004-01-8 200-857-2 Kank. Cat. 2 –
Muta Cat. 2 R45-R46 1.117 1,2-dibroom-3-chloorpropaan 96-12-8 602-021-00-6 202-479-3 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2
R45-R46 1.118.05 ethyleenoxide of oxiran 75-21-8 603-023-00-X 200-849-9 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2
R45-R46 1.118.05 1,2-epoxypropaan of propyleenoxide 75-56-9 603-055-00-4 200-879-2 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 2
R45-R46 1.118-05 1,2,3,4-di-epoxybutaan of butadieen diepoxyde
1464-53-5 603-060-00-1 215-979-1 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2
R45-R46 1.119.03 methyl-2-acrylamido-2-methoxyacetaat(die > 0,1% acrylamide bevat) 77402-03-0 607-190-00-X 401-890-7 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 2
R45-R46 1.119.03 methylacrylamideglycolaat (die > 0,1% acrylamide bevat) 77402-05-2 607-210-00-7 403-230-3 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2
R45-R46 1.119.03 acrylamide 79-06-1 616-003-00-0 201-173-7 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2
R45-R46 1.119.03 fenacetine 62-44-2 200-533-0 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 2
R45-R46 2.108.01 ethyleenimine of aziridine 151-56-4 613-001-00-1 205-793-9 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 2
R45-R46-R61 1.104 cadmiumfluoride 7790-79-6 048-006-00-2 232-222-0 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 2 –Repr. 2 Cat. 2
R45-R46-R61 1.104 cadmiumchloride 10108-64-2 048-008-00-3 233-296-7 Kank. Cat. 2- Muta. Cat. 2- Repr. Cat. 2
R45-R46-R61 1.121.05 benzo(a)pyreen* of benzo[d,e,f]chryseen* 50-32-8 601-032-00-3 200-028-5 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2 –Repr. 2 Cat. 2
R45-R61 1.118.06 nitrofeen (iso)* of 2,4-dichloorfenyl-4-nitrofenylether*1836-75-5 609-040-00-9 217-406-0 Kank. Cat. 2 –Repr. Cat. 2
R45-R61 1.118.09 methyl-ONN-azomethylacetaat* 592-62-1 611-004-00-2 209-765-7 Kank. Cat. 2 –Repr. Cat. 2
R45-R68 1.117 trichloorethyleen 79-01-6 602-027-00-9 201-167-4 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 2.107 1,3-butadieen 106-99-0 601-013-00-X 203-450-8 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 2
R45-R68 1.118.01 2,3-epoxypropaan-1-ol 57044-25-4 603-143-00-2 404-660-4 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.118.05 2-methoxyethanol*of methylglycol* 109-86-4 603-011-00-4 203-713-7 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.118.05 2,3-epoxy-1-propanol 556-52-5 603-063-00-8 209-128-3 Kank. Cat. 2 –
Muta Cat. 3
R45-R68 1.118.05 1,2-epoxy-3-fenoxypropaan;phenylglycidylether 122-60-1 603-067-00-X 204-557-2 Kank. Cat. 2 –
Muta Cat. 3
R45-R68 1.118.05 furaan 110-00-9 603-105-00-5 203-727-3 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 3
R45-R68 1.118.05 safrool ; 5-allyl-1,3-benzodioxool 94-59-7 605-020-00-9 202-354-4 Kank. Cat. 2 – Muta Cat. 3
R45-R68 1.121.05 chryseen 218-01-9 601-048-00-0 205-923-4 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.124.01 fenylhydrazine 100-63-0 612-023-00-9 202-873-5 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.124.01 fenylhydrazinechloride 59-88-1 612-023-00-9 200-444-7 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.124.01 fenylhydrazinehydrochloride 27140-08-5 612-023-00-9 248-259-0 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.124.01 fenylhydrazinesulfaat 52033-74-6 612-023-00-9 257-622-2 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.124.01 4,4’-diaminodifenylmethaan 101-77-9 612-051-00-1 202-974-4 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.125.01 dinitrotolueen 25321-14-6 609-007-00-9 246-836-1 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.125.01 2,4-dinitrotolueen 121-14-2 609-007-00-9 204-450-0 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.125.01 2,6-dinitrotolueen 606-20-2 609-049-00-8 210-106-0 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.125.01 2,3-dinitrotolueen 602-01-7 609-050-00-3 210-013-5 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.125.01 3,4-dinitrotolueen 610-39-9 609-051-00-9 210-222-1 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.125.01 3,5-dinitrotolueen 618-85-9 609-052-00-4 210-566-2 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R45-R68 1.125.01 2,5-dinitrotolueen 619-15-8 609-055-00-0 210-581-4 Kank. Cat. 2 –Muta Cat. 3
R46 1.118.05 TGIC;triglycydilisocyanuraat;1,3,5-tris(oxiranylmethyl)-1,3,5-triazine-2,4,6-(1H,2H,3H)trion
2451-62-9 615-021-00-6 219-514-3 Muta Cat. 2
R46 1.118.05 1,3,5-tris(2S en 2R)-2,3-epoxypropol]-1,3,5-triazine-2,4,6-(1H,3H,5H)-trion; teroxirone
59653-74-6 616-091-00-0 423-400-0 Muta Cat. 2
R491.102 beryllium 7440-41-7 004-001-00-7 231-150-7 Kank. Cat. 2
R49 1.102 berylliumverbindingen met uitzondering van berylliumalluminiumsilicaat 004-002-00-2 Kank. Cat. 2
R49 1.102 berylliumoxide 1304-56-9 004-003-00-8 215-133-1 Kank. Cat. 2
R49 1.104 cadmiumoxide 1306-19-0 048-002-00-0 215-146-2 Kank. Cat. 2
R49 1.104 cadmiumsulfaat 10124-36-4 048-009-00-9 233-331-6 Kank. Cat. 2
R49 1.105 chroomtrioxide 1333-82-0- 024-001-00-0 215-607-8 Kank. Cat. 1
R49 1.105 chroom (VI)verbindingen uitgezonderd bariumchromaat en deze reeds vermeld in de lijst 024-017-00-8 Kank. Cat. 2
R49 1.109 nikkelmonoxyde of nikkel(II)oxide 1313-99-1 028-003-00-2 215-215-7 Kank. Cat. 1
R49 1.109 nikkeldioxide of nikkel(IV)oxide 12035-36-8 028-004-00-8 234-823-3 Kank. Cat. 1
R49 1.109 dinikkeltrioxide of nikkel(III)oxide 1314-06-3 028-005-00-3 215-217-8 Kank. Cat. 1
R49 1.109 nikkel(II)sulfide 16812-54-7 028-006-00-9 240-841-2 Kank. Cat. 1
R49 1.109 trinikkeldisulfide 12035-72-2 028-007-00-4 234-829-6 Kank. Cat. 1
R49 9.102 kobaltdichloride 7646-79-9 027-004-00-5 231-589-4 Kank. Cat. 2
R49 9.102 kobaltsulfaat 10124-43-3 027-005-00 0 233-334-2 Kank. Cat. 2
R49–R46 1.105 kaliumdichromaat 778-50-9 024-002-00-6 231-906-6 Kank. Cat. 2 –Muta. Cat. 2
R49–R46 1.105 ammoniumdichromaat 7789-09-5 024-003-00-1 232-143-1 Kank. Cat. 2 –Muta. Cat. 2
R49–R46 1.105 natriumdichromaat 10588-01-9 024-004-00-7 234-190-3 Kank. Cat. 2 –Muta. Cat. 2
R49–R46 1.105 natriumdichromaat, dihydroxide 7789-12-0 024-004-01-4 234-190-3 Kank. Cat. 2 –Muta. Cat. 2
R49–R46 1.105 chromyldichloride; chroomoxychloride 14977-61-8 024-005-00-2 239-056-8 Kank. Cat. 2 –Muta. Cat. 2
R49–R46 1.105 natriumchromaat 7775-11-3- 024-018-00-3 231-889-5 Kank. Cat. 2 –Muta. Cat. 2
R61 1.103.01 koolstofmonoxide 630-08-0 006-001-00-2 211-128-3 Repr. Cat. 1
R61 1.118.01 2-methoxypropanol 1589-47-5 603-106-00-0 216-455-5 Repr. Cat. 2
R61 1.118.03 2-methoxyethylacetaat* 110-49-6 607-036-00-1 203-772-9 Repr. Cat. 2
R61 1.118.03 2-ethoxyethylacetaat* of ethylglycolacetaat* 111-15-9 607-037-00-7 203-839-2 Repr. Cat. 2
R61 1.118.03 2-methoxypropylacetaat 70657-70-4 607-251-00-0 274-724-2 Repr. Cat. 2
R61 1.118.05 2-ethoxyethanol* 110-80-5 603-012-00-X 203-804-1 Repr. Cat. 2
R61 1.118.05 bis(2-methoxyethyl)ether 111-96-6 603-139-00-0 203-924-4 Repr. Cat. 2
R61 1.118.05 methoxy-azijnzuur 625-45-6 607-312-00-1 210-894-6 Repr. Cat. 2
R61 1.118.09 2-ethylhexylester van 3,5bis(1,1- dimethyl-ethyl)-4- hydroxyfenylmethylthioazijnzuur (=Irganox 1192)
80387-97-9 607-203-00-9 279-452-8 Repr. Cat. 2
R61 1.118.09 bis(2-methoxyethyl)ftalaat 117-82-8 607-228-00-5 204-212-6 Repr. Cat. 2-3
R61 1.118.09 bis(2-ethylhexyl)ftalaat 117-81-7 607-317-00-9 204-211-0 Repr. Cat. 2
R61 1.118.09 dibutylftalaat 84-74-2 607-318-00-4 201-557-4 Repr. Cat. 2
R61 1.119.03 N,N-dimethylformamide* 68-12-2 616-001-00-X 200-679-5 Repr. 2
R61 1.119.03 N,N-dimethylaceetamide 127-19-5 616-011-00-4 204-826-4 Repr. Cat. 2
R61 1.119.03 formamide 75-12-7 616-052-00-8 200-842-0 Repr. Cat. 2
R61 1.119.03 N-methylacetamide 79-16-3 616-053-00-3 201-182-6 Repr. Cat. 2
R61 1.119.03 N-methylformamide 123-39-7 616-056-00-X 204-624-6 Repr. Cat. 2
R61 1.125.02 zouten en esters van dinoseb* 609-026-00-2 201-861-7 Repr. Cat. 2
R61 1.125.02 dinoseb* of 6-(1-methylpropyl)-2,4- dinitrofenol*
88-85-7 609-025-00-7 201-861-7 Repr. Cat. 2
R63 1.103.04 2,6-dibroom-4-cyaanfenyloctanoaat 1689-99-2 608-017-00-0 216-885-3 Repr. Cat. 3
R63 1.103.04 4-cyaan-2,6-dijoodfenyloctanoaat of ioxyniloctoaat 3861-47-0 608-018-00-6 223-375-4 Repr. Cat. 3
R63 1.112.04 koolstofdisulfide of zwavelkoolstof* 75-15-0 006-003-00-3 200-843-6 Repr. Cat. 3
R63 1.118.01 2-(2-methoxyethoxy)ethanol 111-77-3 603-107-00-6 203-906-6 Repr. Cat. 3
R63 1.119.01 2-ethylhexaanzuur 149-57-5 607-230-00-6 205-743-6 Repr. Cat. 3
R68 1.104 cadmiumformiaat 4464-23-7 048-003-00-6 224-729-0 Muta. Cat. 3
R68 1.104 cadmiumcyanide 542-83-6 048-004-00-1 208-829-1 Muta. Cat. 3
R68 1.104 cadmiumhexafluorsilicaat 17010-21-8 048-005-00-7 241-084-0 Muta. Cat. 3
R68 1.104 cadmiumiodide 7790-80-9 048-007-00-8 232-223-6 Muta. Cat. 3
R68 1.105 trinatriumbis(7-aceetamido-2,4-nitro-2-oxidofenyl-azo)-3-sulfonato-1-naftolato)chromaat(-1) 024-012-00-0 400-810-8 Muta. Cat. 3
R68 1.110 UVCB condensatieproduct van tetrakishydroxymethylfosfoniumchloride, ureum en gedistilleerd
gehydrogeneerde C16-18- talkalkylamine 166242-53-1 015-179-00-0 422-720-8 Muta. Cat. 3
R68 1.117 broommethaan 74-83-9 602-002-00-2 200-813-2 Muta. Cat. 3
R68 1.117 1,1-dichlooretheen of 1,1- dichloorethyleen 75-35-4 602-025-00-8 200-864-0 Muta. Cat. 3
R68 1.117 2,3-dichloorpropeen 78-88-6 602-079-00-2 201-153-8 Muta. Cat. 3
R68 1.117 trifluorjoodmethaan 2314-97-8 602-086-00-0 219-014-5 Muta. Cat. 3
R68 1.103.06 2-(isocyanatosulfonylmethyl)- benzoëzuur methylester 83056-32-0 615-023-00-7 410-900-9 Muta. Cat. 3
R68 1.115.07 5-(2,4-dioxo-1,2,3,4-tetrahydropyrimidine)-3-fluor-2-hydroxymethylhydrofuraan 41107-56-6 616-089-00-X 415-360-8 Muta. Cat. 3
R68 1.118.05 (p-tolyoxy)methyl-oxiraan 2186-24-5 603-056-00-X 218-574-8 Muta. Cat. 3
R68 1.118.05 (m-tolyoxy)methyl-oxiraan 2186-25-6 603-056-00-X 218-575-3 Muta. Cat. 3
R68 1.118.05 (tolyoxy)methyl-oxiraan 26447-14-3 603-056-00-X 247-711-4 Muta. Cat. 3
R68 1.118.05 2,3-epoxypropyl-o-tolyether 2210-79-9 603-056-00-X 218-645-3 Muta. Cat. 3
R68 1.118.05 1-epoxyethyl-3,4-epoxycyclohexaan of vinylcyclohexaan diepoxyde 106-87-6, 422-10-3, 25550-49-6
603-066-00-4 203-437-7 Muta. Cat. 3
R68 1.118.05 2,2’-((3,5’,5,5’-tetramethyl-(1,1’bifenyl)-4,4’-diyl)-bis(oxymethyleen))bis-oxiraan 85954-11-6 604-055-00-7 413-900-7 Muta. Cat. 3
R68 1.118.05 N,N,N’,N’-tetraglycidyl-4,4’-diamino-3,3’diethyldifenylmethaan130728-76-6 612-171-00-4 410-060-3 Muta. Cat. 3
R68 1.118.06 2,2’-dichloorethylether 111-44-4 603-029-00-2 203-870-1 Muta. Cat. 3
R68 1.118.08 (3-chloorfenyl)-(4-methoxy-3- nitrofenyl)methanon 66938-41-8 606-061-00-5 423-290-4 Muta. Cat. 3
R68 1.118.11 fosfamidon; (2-chloor-3-diethylamino-1-methyl-3-oxo-prop-1-en-yl)-dimethylfosfaat 13171-21-6 015-022-00-6 236-116-5 Muta. Cat. 3
R68 1.119.02 2-butanal; crotonaldehyde 4170-30-3 605-009-00-9 224-030-0 Muta. Cat. 3
R68 1.119.02 (E)2-butanal; (E) crotonaldehyde 123-73-9 605-009-00-9 204-647-1 Muta. Cat. 3
R68 1.119.02 glyoxal of oxaalaldehyde of ethaandial 107-22-2 605-016-00-7 203-474-9 Muta. Cat. 3
R68 1.119.03 4-ethoxy-2-benzimidazool-anilide 120187-29-3 616-073-00-2 407-600-5 Muta. Cat. 3
R 68 1.119.03 mengsel van: 4-allyl-2,6-bis(2,3- epoxypropyl)fenol; 4-allyl-6-[3-[6-[3-[6-[3-
(4-allyl-2,6-bis(2,3-epoxypropyl)fenoxy)-2-hydroxypropyl]-4-allyl-2-(2,3-epoxypropyl)fenoxy]-2-hydroxypropyl]-4-
allyl-2-(2,3-epoxypropyl)fenoxy]-2-hydroxypropyl]-2-(2,3-epoxypropyl)fenol; 4-allyl-6-[3-(4-allyl-2,6-bis(2,3-epoxypropyl)fenoxy)-2-hydroxypropyl]-2-(2,3-epoxypropyl)fenol; 4-allyl-6-[3-[6-[3-(4-allyl-2,6-bis(2,3-epoxypropyl)fenoxy)-2-hydroxypropyl]-4-allyl-2-(2,3-epoxypropyl)fenoxy]-2-hydroxypropyl]-2-(2,3-epoxypropyl)fenol 133909-99-6 603-165-00-2 417-470-1 Muta. Cat. 3
R68 1.123.01 1,2,3-trihydroxybenzeen 87-66-1 604-009-00-6 201-762-9 Muta. Cat. 3
R68 1.124.01 2-methyl-m-fenyleendiamine 823-40-5 612-111-00-7 212-513-9 Muta. Cat. 3
R68 1.124.01 m-fenyleendiamine 108-45-2 612-147-00-3 203-584-7 Muta. Cat. 3
R68 1.124.01 m-fenyleendiaminedichloorhydraat 541-69-5 612-148-00-9 208-790-0 Muta. Cat. 3
R68 1.124.02 (4-hydrazinofenyl)-Nmethylmethaansulfonamidehydrochloride 81880-96-8 007-025-00-6 406-090-1 Muta. Cat. 3
R68 1.124.02 aminofenol (o,m,p) 95-55-6 612-033-00-3 202-431-1 Muta. Cat. 3
R68 1.124.02 aminofenol (p-); 4-hydroxyaniline; 4-aminofenol 123-30-8 612-128-00-X 204-616-2 Muta. Cat. 3
R68-61 1.118.10 (R)-2-[4-(6-chloorchinoxalin-2-yloxy)fenyloxy]tetrahydrofurfurylopropanaat 119738-06-6 607-373-00-4 414-200-4 Muta. Cat. 3 –Repr. Cat. 2-3
R68-R63 1.114 divanadiumpentoxide 1314-62-1 023-001-00-8 215-239-8 Muta. Cat. 3-Repr. Cat. 3
1.106 kwik en kwikverbindingen* 080-00…
1.117 halothaan* 151-67-7 205-796-5
1.122 gechloreerde difenylen (mengsel vanPCB)* 53469-21-9 of 11097-69-1 602-039-004 215-648-1
1.132 cisplatina 15663-27-1
1.118.01 methylazoxymethanol 590-96-5
1.118.05 4,4-diaminodifenylether 101-80-4
1.118.05 3,3-dichloor-4,4-diaminodifenylether 28434-86-8
1.118.05 safrool; 5-2(propenyl)-1,3-benzodioxol 94-59-7
1.119.01 merfalan 531-76-0
1.119.02 N-(4-(5-nitro-2-furfuryl)2-thiazolyl)acetamide 513-82-8
1.119.02 N,N-diacetylbenzidine; 4,4-diacetylbenzidine 613-35-4
1.121.05 dibenz(a,i)pyreen 189-55-9
1.121.05 dibenz(a,h)pyreen 189-64-0
1.121.05 Indenol(1,2,3-cd)pyreen 193-39-5
1.121.05 5-methylchryseen 3697-24-3
1.124.01 7H-dibenzo(c,g)carbazol 194-59-2
1.124.01 dibenz(a,h)acridine 226-36-8
1.124.02 4-chloor-o-fenyleendiamine 95-83-0
1.125.01 1,6-nitropyreen 42397-64-8
1.125.01 1,8-nitropyreen 42397-65-9
1.125.01 2-nitrofluoreen 607-57-8
1.125.01 6-nitrochryseen 7496-02-8
SAMENSTELLING VAN DE TECHNISCHE RAAD
Voorzitter
De heer Professor Dokter Lahaye D.
Leden
Bartsch P., Bodson P., Bormans J., Bran C., Buchet J.P., Caroyer J.M., Casteleyn P., Clerinx J., De Coninck J., De Craecker W., De Vil J., Devuyst P., Donvil L., Fontinoy F., Hoet P., Jockmans S., Kips J., Kornitzer M., Lachapelle J.M., Ladon A., Lauwerys R., Lecomte A., Mainjot M., Masschelein R., Mélon J., Nemery B., Olivier Y., Parée J.C., Pierard L., Plevoets A., Ronneau C., Rzonzef L., Schandevyl W., Scharpé S., Steeman H., Stevens W., Van Britsom E., Van Cangh F., Van Den Heede M., Vanderstraeten G.,
Vanhoorne M., Van Sprundel M., Van Tichelen W., Vermeire P., Viseur J.P., Weemaes J., Ziereisen W.
Dit document kan gratis bekomen worden :
- telefonisch op het nummer 02 226.64.16
- per fax op het nummer 02 217.21.08
- schriftelijk op volgend adres:
Fonds voor de beroepsziekten
Documentatiedienst
Sterrenkundelaan 1
1210 Brussel
- per e-mail: roger.volckerijck@fmp-fbz.fgov.be
- door downloaden via de website : http://www.fmp-fbz.fgov.be
No comments:
Post a Comment